Bij Hans Mulder begint het maken van zijn kaasstengels met het maken van een deegmengsel met oude Goudse kaas. Dit deeg wordt in bollen gevormd en mag minimaal vijf dagen rijpen, zodat de smaken zich helemaal kunnen ontwikkelen in het deeg. Daarna gaat het mengsel naar de koelcel en wordt het de volgende dag met precisie gesneden, het enige machinale stukje in het hele proces, om de kaaskoekjes perfect gelijk te krijgen. Direct daarna gaan ze de oven in en na heel even wachten zijn ze klaar om van te genieten.